Recensie

Gepubliceerd op 23 juni 2025 om 20:31

Nirwana – Tommy Wieringa

 

Hugo Adema is het zwarte schaap van een welgestelde familie. De reputatie van het familiebedrijf is belangrijker dan het foute oorlogsverleden van de grondlegger van het offshore imperium. Tommy Wieringa’s Nirwana schuurt.

 

 

“De frisheid van zijn walging verbaasde hem. Het was alsof de krenking vandaag was toegebracht.”

 

 

Op de omslag zie je een schilderij van een zwembad. Om het zwembad palmbomen, ligbedden en een witte balustrade. In het blauwe water drijft een zwemband. Net een vakantiefoto. Een nirwana. In het boek komt meerdere malen een zwembad voor. Het zwembad bij het huis op Ibiza waar hij met zijn vriendin was voor ze hem verliet. Het zwembad op het familielandgoed waarnaar zijn moeder hem verbande. Het zwembad waar een Amerikaans stel bosbranden in overleeft. Geen vakantiekiekjes maar zwarte herinneringen.

 

Jezelf tegenkomen is het onderwerp van het boek. Bijvoorbeeld wanneer de hoofdpersoon de schrijver tegenkomt. De schrijver en de hoofdpersoon ontmoeten elkaar? Ja, dat gebeurt. De confrontatie met jezelf lees je in de relatie tussen Hugo en zijn tweelingbroer Willem. Als een spiegel die hem confronteert met eigenschappen van zichzelf die hij liever ontkent. Ook in de relatie tot zijn familie komt Hugo zichzelf tegen. Hugo is het evenbeeld van zijn opa maar de enige kunstenaar in de familie. Hij ontdekt in de dagboeken van zijn opa hoe die in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de bezetter vocht.

 

De tegenstellingen in de plotstructuur zijn fascinerend. Tegenstellingen tussen kunst en kapitaal, familie en liefde, het mannelijke en het vrouwelijke en het elitaire en het geëngageerde volgen elkaar op. De tweelingrelatie tussen de broers Hugo en Willem personifieert de tegenstellingen. Kunstcritici benadrukken het oorlogsverleden van zijn opa wanneer ze schilderijen van Hugo bespreken. Terwijl Willem, die het familiebedrijf van de oorlogsmisdadiger overneemt, en de rest van de familie dat verleden negeren.

 

Wieringa kleurt de hoofdpersoon door het gebruik van bloemrijke taal. Het woordgebruik past bij Hugo Adema: “Na jaren van onbruik wordt er in de zomer van 1990 bijna elke dag gezwommen in het zwembad tussen de villa en de bosrand.” Je leest dat Hugo in een privé zwembad zwemt en begrijpt dat hij welgesteld is. Op een ander moment lees je: “Na Loïs’ vertrek had hij als eerste daad het vegetarische dieet vaarwelgezegd. Grimmig vrat hij salami, braadworst en zelfs grillworst. Sterf hoer.” Heel ander taalgebruik dan in het eerste citaat en contrasterend met wat je verwacht van de elite. Weer een tegenstelling.